Transitievergoeding WAB
Eerdere kosten werkgever
Toelichting
Sinds 1 juli 2020 geldt het volgende:
Als kosten zijn gemaakt om de inzetbaarheid van de werknemer binnen of buiten de organisatie te vergroten, mogen deze kosten van de transitievergoeding worden afgetrokken. Hiervoor moet aan de volgende eisen zijn voldaan:
Voorbeelden van kosten die mogen worden afgetrokken:
Als kosten zijn gemaakt om de inzetbaarheid van de werknemer binnen of buiten de organisatie te vergroten, mogen deze kosten van de transitievergoeding worden afgetrokken. Hiervoor moet aan de volgende eisen zijn voldaan:
- De kosten zijn in de afgelopen 5 jaar gemaakt;
- De werknemer heeft schriftelijk ingestemd met de aftrek van gespecificeerde kosten (een algemene regel in het contract is dus niet voldoende) of afspraken over aftrek zijn vastgelegd in een cao;
- De kosten zijn niet eerder van een aan de werknemer betaalde transitievergoeding afgetrokken;
- Kosten die zijn gemaakt tijdens een eerder contract mogen niet worden afgetrokken als langer dan 6 maanden tussen beide contracten gezeten heeft;
- De kosten zijn gemaakt door de huidige en dus niet door een vorige werkgever, ook al is sprake van opvolgend werkgeverschap;
- De kosten moeten niet zijn gemaakt in verband met re-integratie of met het oog op herplaatsing in een andere functie.
Voorbeelden van kosten die mogen worden afgetrokken:
- Kosten voor (om)scholing;
- Kosten voor outplacement;
- Kosten voor het langer in dienst houden van de werknemer dan de wettelijke of eerder overeen gekomen opzegtermijn, waarbij de werknemer voor die langere termijn is vrijgesteld van werkzaamheden, zodat de werknemer langer in de gelegenheid is een andere baan te vinden;
- Kosten voor een opleiding die niet relevant is en was voor de functie van de werknemer;
- Kosten gemaakt voor een BBL of duale opleiding of als de opleiding alleen kon worden gevolgd omdat de werknemer een contract had (denk hierbij aan huisarts in opleiding).